woensdag 27 april 2011

De professor van de week.

Deze week: de lachprofessor over het verschil tussen haha en hahaha of De lach in de gedrukte media

P(rofessor): Wanneer een jounalist ‘haha’ opschrijft mogen we er van uitgaan dat hij het voorgaande gezegde wel degelijk grappig vindt.

J(ournalist): Maar ‘hahaha’ dan weer niet

P: Nee, 3* ha wijst op een ironische ondertoon die een meewarigheid probeert uit te drukken jegens de lezer.

J: Het speciale is wel dat ‘hahahaha’ wel weer een oprechte lach moet weergeven.

P: Dat kan op het eerste gezicht vreemd klinken maar dat is het niet. Dat wil ik hier toch eens benadrukken. ‘Hahahaha’ is wel degelijk een uitdrukking van oprechte gelukzaligheid.

J: Maar wat is dan het verschil tussen ‘haha’ en ‘hahahaha’, als ze allebei oprecht een lach uitdrukken?

P: Een beetje een domme vraag maar ik zal ze toch proberen te beantwoorden. ‘Haha’ kan je gelijkstellen met (lacht) waarmee je eerder goedkeuring uitdrukt, op het beleefde af. ‘Hahahaha’ is dan (hilariteit). Hier is geen twijfel meer, dit is grappig, wil de jounalist het lezerspubliek voorhouden.

J: Ok, dan ku voor het kader dat u ons heeft gegeven om de lach in de gedrukte media beter te begrijpen.

P: Zonder drank (lachend af)

Geen opmerkingen: