maandag 23 april 2012

Broodzaken


Ik at van het brood. Het was nog lekker zonder dat het om verdere acties vroeg; Zoals daar zijn: toasten. Op de broodzak stond het telefoonnummer van de bakkerij. Ik besloot het nummer te bellen. Ik had, ironisch genoeg, nog een appeltje te schillen met de bakker. Met de groentehandelaar zou ik dan weer een eitje pellen. U ziet: ik ben van het ironische type.
 Voortaan ga ik naar het broodautomaat als ik nog eens een brood wil. Het moet al heel erg tegenzitten als je fiets word gestolen terwijl je aan de broodautomaat een brood probeert te bemachtigen.  Dingen die ik dacht terwijl men de hoorn aan het hoofd houdt en wacht op verbinding.
-Spreek ik met Bakker De Bakker?      
Ik heb een klacht
Er zitten dieven onder uw cliënteel.
Eerst kopen ze een brood en vervolgens stelen ze een fiets.
-Ik hoor het: een hele boterham.                        
-Het is nu allemaal nog afgelopen met een sisser maar een volgende keer kan het menens zijn.
-Wat doe je er aan?
-Metaaldetectoren, stewards, het hele zootje.
-Metaaldetectoren? En wat dan met al die mensen die eerst om lood gaan en dan een brood kopen, wat met die mensen? Moet ik hen de toegang ontzeggen omdat er één idioot een fiets heeft proberen pikken?
-Dat ze eerst een brood kopen  en dan om lood gaan. Hang een briefje; eerst brood en dan lood. En na een week is iedereen dat gewend. Mensen zijn gewoontedieren dat mag je niet onderschatten.
-Ja, maar dan nog, als ik al de maatregelen uitvoer die jij opsomt ga ik per directo failliet. (Zei hij dat echt? Per directo?)
-Persoonlijk zou ik nog liever bankroet gaan dan boeven onder mijn cliënteel te rekenen.
-Ik heb gezin en kinderen, er moet brood op de planken kopen. Daar helpt geen lievemoederen aan.
-Goed, ik hoor het al. Mij zult u alvast niet meer in uw bakkerij zien. Tenzij ik nog eens een fiets nodig heb.
En ik legde de hoorn op de denkbeeldige haak.

Geen opmerkingen: