woensdag 30 november 2011

Ergernissen


Waar ik me tomeloos kan aan ergeren zijn verkiezingen, of ze zich nu afspelen in Egypte of in Congo, het bloed van onder mijn nagels krijgen ze gegarandeerd.  Die obligate gesprekken aan de stembus, die verslagen over chaotische verkiezingen, de waarnemers, de regen, de opkomst. Woest wordt ik er van. Het kan mij gestolen worden hoe die mensen zich voelen voor, tijdens of na ze gestemd hebben! Waar ik me nog aan erger als het niet over de verkiezingen in Congo of Egypte gaat zijn de liedjes van Van Morrison, altijd diezelfde driekwartsmaat, ook al weet ik totaal niet wat ik daarmee wil zeggen maar het is het gevoel dat telt en dat half opgewekte sfeertje van jongens onder mekaar. Het doet dingen met een mens die niet goed voor hem zijn. Verder op de schaal van ergernis vinden we de onderwerpen in Peeters & Pichal terug, zo kleinburgerlijk elke keer weer. Nu eens over ‘funny t-shirts’, dan weer over een IQ-test en als die onderwerpen dreigen uitgeput te raken is er nog altijd wel iemand die na één biertje positief blaast bij een alcoholcontrole en dat toch wel eens wil aanklagen op de nationale radiozender. Ga godverdomme met de fiets dan!  Het is van een hemeltergende detailzucht,  van een zo lang we over deze onderwerpen kunnen kakelen kan de situatie toch niet zo erg zijn als iedereen constant zit te beweren gehalte. Nog iets verder ten zuiden van de onderwerpen in #PePi treffen we Jeroen Maris, de sterreporter van de HUMO, aan die maar blijft midscheeps getroffen worden door allerhande zaken en er op zo’n manier kond van doet dat al ons haar er van gaat recht staan, en niet op die manier die hij voor ogen heeft.  Kan het een ons minder alsjeblieft? En The Black Keys is een kutgroep van het elfde knoopsgat die in hun eigen dampende blues rock gekookt zouden moeten worden.  Voor echte muziek ga naar: Big Deal, Warpaint, EMA en (beter laat dan nooit) de laatste platen van The Hickey Underworld en - bij alle Meurissen – Monza.
Dat lucht op.

vrijdag 25 november 2011

Supporter Superfan

Ik ben fan van superfans. Ik vind superfans super. Mijn persoonlijke favorieten zijn de K3-fans, de Christoff-fans en de Nys-fan. Die steken er toch echt bovenuit, vooral de Nys-fan. Van exotische liefde was ik niet zo wild maar van superfans ben ik echt grote fan. Zo erg dat ik het moeilijk heb om al die fans niet te gaan achtervolgen in de hoop een handtekening los te wrikken en misschien zelf mijn liefde te verklaren. Die ene Natalia-fan vind ik wel maar niets, dat moet ik er wel bij zeggen, veel te normaal, volgens mij is dat geen echte fan. Ik zie geen liefde voor het idool. Ik vind ofwel ben je fan van Natalia ofwel studeer je, maar niet allebei. Een superfan studeert niet, tenzij op de erelijst of het repertoire van het object van zijn begeerte.

 In de volgende reeks van superfans zal ik te bewonderen zijn terwijl ik op de hoek van een straat de Nys-fan sta op te wachten in de hoop een glimp op te vangen van deze sprankelende persoonlijkheid. Dus als Nys er in 2014 mee stopt weet die Nys-fan wat ze met haar leven moet aanvangen: zich ten volle wijden aan mijn fandom. Ik heb mijn dekbedovertrek met real-life foto al besteld. Ja, dubbelzijdig bedrukt.

vrijdag 4 november 2011

Boekenhouders

Wie is Thomas Verbogt, wie is Peter de Boer, wie is Stefan Praet? Nee, ik kan er niet zo direct een hoofd op plakken. Wel een naam, die heb ik wel. 

Ook al bevalt het nummer dat op mijn wekkerradio speelt toch draai ik het weg, een voorzorgsmaatregel. Maar zo beland ik van de regen in de dop. De toekomstige regen, wel te verstaan want nu heb ik nog niets tegen het nummer maar daar zou dra verandering in kunnen komen, zo heeft mijn boekhouder me gewaarschuwd. En die man kent iets van muziek, naast zijn uitmuntende kennis van boekenhouders natuurlijk. 'Het probleem van nummers op de radio,' doceerde hij, 'is dat ze durven te gaan vervelen.' Hij had dit terloops opgemerkt terwijl hij mijn boekenhouders aan het inspecteren was. Aangezien ik niet zo veel boeken in mijn bezit heb, ik ben niet zo'n bibliofiel, was zijn werk rap gedaan en kon hij nog een tijdje babbelen over zijn tweede grote passie: muziek en specifiek nummers op de radio. Daar was hij, wist hij me te vertellen, op gedoctoreerd. De titel van zijn eindwerk was "De repercussies van muziek op de radio" geweest en in dat eindwerk had hij uitgevogeld dat het probleem van nummers op de radio is dat ze durven te gaan vervelen en die kennis deelde hij nu met mij, zovele jaren later, tijdens en na het inspecteren van mijn boekenhouders. Omdat ik zo gedwee naar zijn prachtige uiteenzetting had zitten luisteren gaf hij mij een fikse korting op het bedrag voor het geleverde werk, wat toch een serieuze meevaller was geweest voor het totale kostenplaatje die maand.

Een dag is lang als je vroeg bent opgestaan, op de radio kwijlt er iemand dat hij bang is dat hij, een man veronderstel ik maar met sommige vrouwen weet je het nooit zeker, dat hij dus bang is dat hij iemand zijn druiven heeft opgegeten. Zo zou je het inderdaad kunnen verwoorden en ik besluit mijn probleem zo te verwoorden de volgende keer ik bij een psychiater binnenstap. 'Ik heb constant het gevoel dat ik iemand zijn druiven heb opgegeten'. Die psychiater zou het natuurlijk horen donderen in Keulen (en denken 'Niet nog één') maar hij zou me begrijpend aankijken omdat dat nu eenmaal zijn taakomschrijving is. 

woensdag 12 oktober 2011

Tijdsgebrek, de ziekte van deze tijd

Je hoort het weleens meer: het is vijf voor twaalf. Vandaag nog op de radio, letterlijk, iemand die professor was in de politiewetenschappen vond dat het vijf voor twaalf was, niet voor de politiewetenschappen, maar wel voor het object van zijn studie. Voor mij is het altijd vijf voor twaalf. Ik kom tijd te kort. Tijd, om alles te lezen, om alles gezien te hebben, om alles geschreven te krijgen, om zelf gezien te worden. En dan zou ik nog vrienden moeten hebben, trouwen, kinderen krijgen. Maar dat laat ik over aan de saaie mensen. Die hebben daar meer talent voor 

Lezen, wat je allemaal niet gelezen moet hebben.In boek, in print, op het internet. De weekendkrant met al zijn bijlagen is tegenwoordig zo dik dat je al werkloos moet zijn om ze helemaal uitgelezen te krijgen. Het grappige is dat mensen die werkloos zijn geen geld hebben voor een krantenabonnement. Er wordt dus steeds meer geproduceerd voor mensen die steeds minder tijd hebben. Bij je krantenabonnement krijg je er zo ook nog (naast een ipad) gratis een schuldcomplex bij. Als ik een weekendkrant zie liggen voel ik me schuldig dat ik geen journalist ben (geworden). Straks, iedereen journalist, zo lezen we tenminste nog de artikels die we zelf geschreven hebben. 

Ik ben bang om mijn tv-theek te openen. Door al die krantenbijlages en actualiteitsprogramma's vergeet ik zelf de programma's die ik met de digicorder heb opgenomen. En wanneer ik die tv-theek na een maand nog eens open staat er weer een volledig seizoen van Curb Your Enthousiasm op de harde schijf en tegen ik aan de tweede aflevering ben gekomen heeft iemand anders de resterende afleveringen al gewist omdat er nog maar 10 procent schijfruimte over is of gewoon om mij (weg) te pesten. En dan zijn er nog de programma's (denk 2BE rond middernacht, die programma's) waarvan je, telkens je ze in de tv-gids tegenkomt, denkt 'die moet ik eens opnemen' maar er door - wederom - tijdsgebrek nooit aan toekomt. Maar het is al vijf na twaalf, dus ben ik er van door.

dinsdag 4 oktober 2011

De te kort(e) lijst

Ik heb ooit iemand gekend die bij het woord 'allusie' het hoorde donderen in Keulen, ook al zal ze die uitdrukking ook wel niet kennen. En als ik tegenwoordig allusies maak op het woord 'allusie' tegen haar denkt ze nog altijd dat ik het heb over illusies. En na vele gestreden en verloren veldslagen laat ik haar maar die illusie. Tot zover deze parabel over tekorten. Tekort aan herseninhoud, dus.

Tekorten, overal tekorten. En als we zo blijven doordoen zullen de tekorten alleen maar oplopen. "Geef deze onheilsprofeet een kans" zongen De Kreuners profetisch, nu ook weer niet zo lang geleden. Nieuw deze week binnengekomen in de te kort lijst naast het eeuwig durend tekort aan verplegend en zorgpersoneel: de politieagent. Meer blauw op straat, ik dacht het niet. Hadden we reeds op onze boterham gehad, het is ten slotte september geweest: de onderwijzers. Straks zullen de kinderen zichzelf les moeten geven, de slimste van de klas dan aan de rest. Tik het woordje 'tekort' in op Google en je krijgt geen tekort aan zoekresultaten, dat kan ik je verzekeren. Maar er zijn lichtpuntjes, meer en meer studenten volgen de opleiding huisarts, na jaren van noodkreten en alarmbellen hebben ze eigenlijk hun weg gevonden naar dat oude ambacht van weleer. Blijkbaar werkt het dus, al die onheilstijdingen over tekorten, dus verwacht je de komende maanden maar aan een hete herfst met vele tekorten want iedereen vindt de te kort lijst te kort en wil er daarom best zijn tekort aan toevoegen.

zaterdag 24 september 2011

Lof der Luiheid

Ja, ik ben lui. Maar op een goede manier. Luiheid kan de wereld redden. Daar ben ik van overtuigd maar te lui om het uit te brengen (tenzij via deze weg). Een rijbewijs heb ik niet, te dom om de theorie te blokken, te lui om een praktisch rijexamen af te leggen. Maar de motivatie ontbreekt ook, ik heb geen zin om het milieu te vervuilen, om files nog langer te maken dan ze al zijn. Stel dat de droom van werkgevend Vlaanderen uitkomt en die 250.000 werklozen een baan vinden en de baan opgaan ... met een auto, zoals de rest van werkend Vlaanderen. Van een verkeersinfarct gesproken. Of rekenen ze erop dat die arme luizen allemaal de trein zullen nemen? Is dat de zieke logica achter al die uitspraken over activeringsbeleid. Ze zullen ze graag zien afkomen bij de NMBS. De vertragingen die ze nu kennen zullen als adempauzes lijken in vergelijking met wat hen in Vlaanderen 2.0 te wachten staat. 

Daarom een pleidooi voor luiheid. Ik ben te lui om vlees te kopen, geen haar op mijn hoofd dat eraan denkt enige tijd te verspillen voor een koelvak vol lijken. Niet goed, zal de Boerenbond zeggen, u zet uw gezondheid op het spel en uw veroordeelt een eerbare sector als de vleesverwerkende industrie tot de bedelstaf. Maar wat ziet mijn lodderige oog daar in de krant van vrijdag: knelpuntberoep (de spellingscontrole suggereert 'knelpuntennota', 'knelpuntenpot' en 'knelpuntenanalyse', een linkse spellingscontrole, maak dat mee)  nummer één: slager. Afgestudeerden: 79, vacatures: 739 of maar liefst een tekort van 89 % aan kandidaten. De enigste oplossing: minder vlees eten, want slagers opleiden doe je niet op één twee drie. En raadt eens wie dan het vuile werk mag doen: de allochtoon. Die doen dat toch thuis dus kunnen ze het even goed even verderop doen in het slachthuis om de hoek. Voor de slechte verstaander: ik heb niets tegen allochtonen hoor, ze moeten alleen met hun handen van onze dieren blijven. Ik heb liever een luie allochtoon dan een vleesverwerkende allochtoon, laat ik het zo eens zeggen.Een duivels dilemma voor al die Vlaams-Nationalisten: minder vlees eten of meer allochtonen importeren. Aan u de keuze. Knelpuntenpot nog aan toe.

maandag 19 september 2011

Het oordopjesdebat

Moet ik weeral bloggen? Ik wil mijn drie volgers niet teleurstellen natuurlijk. Eens kijken wat ik op mijn lijstje 'to blog' vind? 'Oordopjesdebat' lees ik. Dat ging over een uitspraak van Bart de Wever in het nieuwe DeMorgen Magazine waarin het gebruik van koptelefoons en oordopjes allerhande werd aangeklaagd als een sign 'o times . So what, kun je denken, dat mag hij toch vinden. Maar ik kan toch drie goeie redenen verzinnen om je wel af te sluiten van de omgeving (in mijn geval: de trein) door middel van koptelefoons en oordopjes allerhande.

"De stilte in een treincoupé, daar kan ik verhalen over vertellen."

Ten eerste kan het zijn dat je naar de radio wil luisteren en aangezien door de intercom van de treinwagon enkel droge mededelingen worden doorgegeven ben je dan wel aangewezen op een mobiel apparaat dat een radiofunctie heeft. Ten tweede kan het een teken van eerbied zijn voor je medepassagier want het dragen van een koptelefoon/oordopjes voorkomt luistervinken. Ik ken genoeg mensen die eenmaal ze in een trein aanbeland zijn hun oren de kost geven door gesprekken van andere mensen af te luisteren. En een derde reden is escapisme, de stilte in een treincoupé, daar kan ik verhalen over vertellen. En als je ongeluk hebt en in zo'n trein van voor de val van de Muur (ooit zullen ze zeggen: zo'n trein van voor 9/11) beland komen die buitenwereldafschermende middelen ook wel van pas. Maar dan heb je wel het risico om met oorsuizingen van de trein te stappen. Daar zou Bart De Wever beter voor waarschuwen in plaats van sign 'o times te misbruiken voor zijn normen en waarden propaganda.