In Nederland is een trend zichtbaar van jongeren (tussen de 20 en 24) die uit gegoede gezinnen komen en jarenlang niets doen, terwijl hun leeftijdsgenoten diploma’s bij de vleet halen zitten zij gewoon niets te doen, het liefst in combinatie met een zetel. De druk om te presteren is zo hoog dat ze er onder door gaan. Ze brengen hun dagen door met computer, televisie en sporten. Specialisten zien het blowen en het gamen niet als oorzaak van hun stilstand maar wel als een gevolg, om vervelende emoties tegen te gaan.
Dat het vandaag de dag zo moeilijk is om toe te geven dat je werkloos bent (en daar geen problemen mee hebt), komt door een maatschappij die alle heil verwacht van werk. Werk wordt als belangrijkste factor gezien van iemands identiteit. Zonder werk ben je niemand.
Het is als het ware een nieuwe godsdienst, met alle irrationele kenmerken van dien. Mensen die elke dag twee uur in de file staan en daar in berusten, bijvoorbeeld. Men doet alsof werken een mirakeloplossing is voor alle problemen. Daarbij is ambitie is het nieuwe toverwoord. Als je niet ambitieus bent, scheelt er iets met je en moet je naar een psychiater. Het is dan ook geen toeval dat ‘naar de psychiater gaan’ langzamerhand uit de taboesfeer aan het kruipen is. Het beeld van de werkloze die in de media opgang maakt is dan ook typerend: onverzorgd, aan de drank en meestal in de schulden zittend. Hij wordt m.a.w. gestigmatiseerd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten